vrijdag 10 februari 2012

Wetenschapper blijven: Solliciteren in het buitenland


Vermoedelijk ben ik niet de enige die aan het eind van het huidige contract apocalyptische schrikbeelden ziet. Sommige mensen lijken daarna namelijk van de wetenschappelijke aardbodem te verdwijnen. En, volgens de facultaire legende, was de afwasser in de kantine van de faculteit ook ooit een aio*... Om anderen nachtmerries te besparen, heb ik het slechts even over een leven buiten de wetenschap, omdat ik daar uiteindelijk weinig ervaring mee heb. In plaats daarvan heb ik een paar maanden besteed aan het binnenhalen van een nieuw contract, beginnend in Groot Britannië en tot slot in Finland. Na (wellicht iets te lang) hierover te praten besluit ik met puntsgewijze tips in de hoop dat iemand alsnog iets mag hebben aan mijn verhaal.




Keuzeoverzicht van uw voorouders (from http://www.emersonkent.com)
De wetenschap, en natuurlijk vooral de psychonomie, is voor de meeste van ons meer dan een baan. De kopzorgen over cognitie, het bekende gevoel van triomf bij een significante P-waarde, het wintercongres, de NVPubquiz, en ga zo maar door: het geheel maakt het meer tot iets als een psychonomische levensstijl.  Zo tegen het eind van een aioschap, postdoc-positie of binnengehaalde grant begint er echter een onaangenaam gevoel te knagen. Wat nu als het onmogelijk blijkt om de volgende kick te scoren?
Er zijn meer aio’s, postdocs en tijdelijke posities dan leerstoelen, terwijl de laatst genoemde posities een langer gedeelte van het leven betreffen. Vermoedelijk worden diegenen die niet de top van de piramide bereiken niet levend begraven in verloren onderzoekskelders, maar men zegt dat ze wellicht hun plekje in het bedrijfsleven vinden. Nu zie ik persoonlijk wel in hoe een doctoraal in experimentele psychologie nuttig kan zijn voor allerlei bedrijven – zie het interview met een medewerker van Shell in dit nummer – maar of stapels extra ervaring met de meest complexe software, psychofysiologische technieken en publicaties voor specialistische tijdschriften nu een enorme meerwaarde opleveren, betwijfel ik. Daar kan ik me in vergissen en ik zou hier graag een stukje willen wijden aan tegenargumenten, maar vaak genoeg lijken aio’s die niet “in de wetenschap” blijven, te verdwijnen.
Na twaalf jaar vooral vertoefd te hebben “in de wetenschap”, begon bij mij in ieder geval dat gevoel te knagen: “cassière zijn, is dat iets?”Vooral om de wanhoop een halt toe te roepen, heb ik mezelf eens opgelegd om een stevig aantal sollicitaties de deur uit te doen. Helaas is het aanbod van psychonomen in Nederland tamelijk groot, zeker nu psychologie al enige tijd één van de populairste studies is. Echter, nu heb ik al twee en een half jaar in Nottingham gewoon en gewerkt en bezag Europa, dankzij de EU, als één grote arbeidsmarkt. Ook in het buitenland blijkt echter een overschot aan psychologen. Gelukkig is het inmiddels toch gelukt om een plek te vinden, dus zoals Julie Andrews het zou bezingen: “Somewhere in my youth or PhD-hood, I must have done something good”. Zodoende schrijf ik in de hoop dat iemand iets aan mijn ervaringen zal hebben.
Ik heb het dan vooral over het Verenigd Koninkrijk (VK), waar ik de meeste anecdotes over kan vertellen. Daarnaast is er hier een belachelijke hoeveelheid universiteiten. Dat komt omdat, in de afgelopen decennia, steeds meer ‘polytechnics’ (zeg, HBO’s, MBO’s) universiteitsstatus hebben gekregen, en dan lijken dergelijke instellingen zich ook steeds meer te gaan gedragen als zodanig. Het nadeel is dat er een enorm verschil is tussen zeg, the University of Nottingham (QS world ranking 74 – vs Leiden 88) en Aberystwyth University (QS world ranking 400-450 – vs Groningen 115). Daarmee wil ik niet zeggen dat Groningen en Wales zo vergelijkbaar zijn; eerder, dat het verschil in kwaliteit tussen universiteiten binnen Nederland en Groot Britannië van een andere orde is.

Universiteiten, een selectie anno 2012..
Het is natuurlijk goed mogelijk dat U zich geheel niet bekommert om reputatie: zolang een universiteit goede onderzoeksmogelijkheden biedt (en de meeste hebben op zijn minst een EEG lab), mooie vooruitzichten en volop vrijheid, waarom niet? Dat was in ieder geval mijn instelling, en met een aflopend contract en een semi-neoliberalistisch sociaal opvangnet (i.e., voor migranten, niets), vond ik lecturer (de Engelse term, vergelijk NL: Universitair docent, en US: assistant professor) nog altijd beter klinken dan telefonist in een call-centre. Mocht u ook geinteresseerd zijn, maar liever niet in de voetstappen treden van mijn minder aangename ervaringen, dan zoudt u de volgende verzameling van tips leerzaam kunnen vinden.


Algemeen
Toen ik begon met solliciteren werd brief na brief geretourneerd met een automatisch antwoord. Ik vroeg mijn Britse collega eens te kijken of ik iets vreemds over het hoofd zag. Hij vertelde mij hoe zijn sollicitatiebrieven naar Australië met een dergelijke spoed werden afgewezen, totdat bleek dan men daar 3 á 4 pagina’s aan brief verwacht, in plaats van 2 zoals in Engeland. Mij is vroeger verteld dat meer dan 1 pagina vooral vermoeiend is voor diegenen die als eerste de brief lezen (i.e. HR, human resource department). Met andere woorden, er zijn bepaalde culturele verschillen tussen wat men ongeïnteresseerd/ongemotiveerd kort of juist vermoeiend/langdradig lang vindt. Het is een goed idee om daar van te voren achter te komen.

"Lecturer"-traject
Onderzoekservaring is mooi meegenomen, maar is lang niet zo belangrijk als ik in het begin dacht. Beschrijf in de brief kort, en voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk (vooral voor HR die een groot deel van de eerste ronde behandelen) de dissertatie, of eerder gedaan onderzoek, onder ‘monograph’. Het staat mooi als de uitgever van de dissertatie (Ipskamp voor veel aio’s, begrijp ik) genoemd kan worden.
Is het aio traject nog lopende, probeer vooral in zoveel mogelijk vakken (modules) les te geven. Men vindt het prettig, bij kleinere universiteiten, als de docent flexibel inzetbaar is.
Is het aio traject afgelopen, vergeet vooral niet op de verschillen te duiden tussen bursalen in Engeland of elders (geven minder onderwijs, krijgen meer onderwijs, meestal drie jaar) en aio’s in Nederland.
Kernwoorden zijn: interdisciplinair, internationale contacten, binnengehaalde grants. Daarnaast staat maatschappelijke betrokkenheid, aantoonbaar door mee te hebben gedaan met “community outreach events”, altijd goed. Wat ik de lezer ook niet wil onthouden, als u het heeft over omgaan met studenten, is de zinsnede “pastoral care of students”, maar misschien vindt u dat een iets te schilderachtige omschrijving.
Mijn ervaring is dat de onderwijservaring wordt gezien als onvoldoende, tenzij het een lecturer-naar-lecturer herpositionering betreft. Tegelijkertijd is het vrijwel onmogelijk om meer ervaring op te doen. Een mogelijke oplossing is dat men, in plaats van post-doc (VK: research fellowship) na post-doc plaats af te lopen, men ‘teaching fellowships’ doet. Daar lijken er echter weinig van te bestaan, misschien omdat wetenschappers zelden veel tijd aan onderwijs willen besteden.
"Post-doc"-traject
Er zijn tamelijk veel openstaande post-doc posities in het Verenigd Koninkrijk... en in Nijmegen, lijkt het op het moment van schrijven. Let wel, er zijn veel meer aio’s dan post-docs, en weet U nog hoe de competitie was toen U solliciteerde naar de aio-plaats? 
Nu heb ik persoonlijk een ‘hardcore’ psychonomische achtergrond in die zin dat mijn collegae bijzonder verrast waren toen ik aan het einde van mijn promotietraject plotseling iets met EEG ging doen. Dat bleek uiteindelijk echter bijzonder nuttig, want hoe zeer ik mijn aio-project belangrijker achtte dan de grootste Higgs boson), uiteindelijk valt het tegen om een letterlijke extensie te doen van dat project. Het was echter goed te doen om mijn ervaring met EEG elders toe te passen, ook al moest ik daardoor minder star denken over het geliefde onderzoeksterrein. Met andere woorden, specifiek onderzoek is moeilijk voort te zetten, maar methodologische ervaring is altijd nuttig.
Daaraan verwant is het nuttig om dat onderzoeksterrein, en de ervaring daarin, breed te kunnen vertalen naar de gewenste positie. Ik heb, bijvoorbeeld, genoeg grond gezien om mijn geliefde Stroop- en Simon-effecten te herinterpreteren, hoewel niet altijd met evenveel succes, in termen van cognitieve controle – en dus, motor controle – zowel als in termen van geheugen, spatiële perceptie, taalproductie, efficientie van kleitherapie tot en met computer-gemediëerde sociale neuropsychologie.
Post-doc posities betreffen meestal een korte (soms 4 maanden) tot minder korte periode (2-3 jaar). Hoewel het fantastisch interessant is om over de wereldzeeën der wetenschap te zwerven, lijkt men dit echter zelden lang vol te houden. Tijdens een post-doc positie, of aan het eind van een promotietraject, is het dus goed om aan het binnenhalen van grants te denken. Daarnaast, om terug te komen op de eerdere ‘lecturer’ tips: rond de tijd dat een sollicitatieprocedure met goed succes afloopt, is het een goed moment om een onderwerp als onderwijs aan te snijden. Veelal bieden post-doc posities/grants geen onderwijslast, maar aan de andere kant kunnen universiteiten altijd mensen gebruiken die onderwijslast op zich willen nemen. Zelfs als die last niet veel voorstelt is het, denk ik, verstandig om toch op zijn minst niet de onderwijsvaardigheden in onbruik te laten raken.
In de sollicitatiebrief voor post-doc posities – ongeveer twee pagina’s in het VK – beschrijf ik achtereenvolgens: 1) het vinden van de positie en wens tot solliciteren; 2) het PhD traject en publicaties en de relevantie voor de positie; 3) beoefende methodologieën (EEG, fMRI, TMS, etc); 4) persoonlijke eigenschappen – meestal in een punt-voor-punt manier zoals in de vacature beschreven wordt, met voorbeelden; 5) een samenvatting van bovenstaande zodat ook het HR department begrijpt waarom de kandidaat ge-wel-dig is. “Letters of recommendation” van collegae en/of supervisors zeker toevoegen als “bewijsmateriaal”.
Nu kan ik niet zeggen dat ik over de meest ongeëvenaarde sollicitatievaardigheden beschik – pas na 16 brieven verstuurd te hebben, vertrek ik binnenkort om in Helsinki te beginnen aan een post-doc positie (met als thema, jazeker, computer-gemediëerde sociale neuropsychologie). Vreemd genoeg kwamen, na tal van automatische antwoorden (“We regret to inform you...”), mijn drie laatste brieven door naar de tweede ronde. Dat kan heel goed toeval zijn, maar in het geval dat dit niet zo is, hoop ik dat mijn ervaringen zinvol mogen zijn voor de lezer. Mochten wij echter van mening verschillen, dan hoop ik dat u heil vindt in het volgende korte lijstje links.

Nuttige websites:

THE ranglijst: www.timeshighereducation.co.uk/world-university-rankings/
QS ranglijst: www.topuniversities.com/
Posities, vooral in VK, met vooral handige sectie “psychologie”: www.jobs.ac.uk
Posities, vooral in Europa, in neuroscience: www.fens.org
Posities, maar vrijwel alleen in Nederland: www.academictransfer.com
* Ik heb verder niets tegen afwassers, hoewel ik meestal niet mijn arbeidservaring in de kantine van Centrum 45 op mijn CV zet.


[MS]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten