vrijdag 10 februari 2012

De doorstart van EPOS: Een interview met Jan van Strien

In 2009 publiceerde De Psychonoom een interview met Maurits van der Molen. Het was toen juist duidelijk geworden dat de Experimenteel Psychologische Onderzoekschool (EPOS) haar financiering dreigde te verliezen. Daarbij liep ook de erkenning door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) af en deze werd niet opnieuw aangevraagd. Desalniettemin werd ook toen al geconstateerd dat EPOS een gat zou achterlaten wanneer zij zou stoppen. Nieuw opgerichte lokale Graduate Schools zouden de verantwoordelijkheid voor het succesvol afronden van het promotietraject, inclusief bijbehorende opleiding gaan dragen. Deze waren hier destijds op veel plaatsen nog niet klaar voor. Ondertussen is het twee jaar later en EPOS is er nog. Wat er gebeurd is vroegen wij aan Jan van Strien, de wetenschappelijk directeur.


EPOS bestaat nog. Dat wil zeggen, er is een website en er is cursusaanbod. Hoe staat het er voor?

Goed! Maar het is wel anders. In 2010 is er veel veranderd. In dat jaar liep de erkenning door de KNAW af. In het verleden is die officiële status aangevraagd met de gezamenlijke ondertekening van de decanen van de faculteiten van alle participerende universiteiten. Zij committeerden zich daarbij ook financieel. Dat is nu voorbij. Je zou kunnen stellen dat wij geheel opnieuw moesten beginnen. Wij bij de Erasmus Universiteit hebben het penvoerderschap overgenomen van de Universiteit van Amsterdam. De financiële reserves waren op en de huidige inkomsten zijn gering. Dit alles maakt dat we nu wel een heel andere organisatie zijn dan voorheen.

Jullie krijgen verder geen vaste steun meer vanuit de faculteiten? En zijn er geen vaste afspraken met de Graduate Schools?

Op dit moment nog niet. Er is wel een convenant gesloten met een aantal onderzoeksdirecteuren waarbij zij samen afspraken EPOS als onderwijs netwerk in stand te houden. Daarbij zijn wel ook financiële garantiestellingen afgegeven. Dat is echter alleen voor noodgevallen en dan nog gaat het om relatief kleine bedragen van maximaal 3000 euro per deelnemende faculteit. Ons gezamenlijk doel is het algemeen onderwijs aan de promovendi bij de Graduate Schools aan te vullen met specifiek onderwijs op het gebied van de experimentele (biologische en cognitieve) psychologie. In Rotterdam zullen de promovendi van het Instituut voor Psychologie participeren in de zeer brede Erasmus Graduate School of Humanities, Social & Behavioural Sciences [redactie: in de praktijk is dit de Rotterdamse promovendi nog onbekend]. Zij kunnen daar in de toekomst basis-cursussen volgen. Maar dat is dan samen met mensen van bijvoorbeeld Historische en Kunstwetenschappen. Zij zullen zich niet snel kunnen identificeren met onderzoekers van dergelijke afdelingen. In Leiden geldt dat net zo. Toch merk je ook dat die Graduate Schools nog erg in ontwikkeling zijn. Er wordt in Rotterdam bijvoorbeeld gesproken over een mogelijke samenwerking met de Graduate Schools van Leiden en ook Delft. En ook van de Universiteit van Amsterdam is het natuurlijk bekend dat een mogelijk intensievere samenwerking met de Vrije Universiteit wordt onderzocht. Wanneer de Graduate Schools interuniversitair gaan samenwerken, schept dat al weer veel meer de mogelijkheid van specialisering. Wie weet kan EPOS daar dan ook weer een rol bij spelen.

Op dit moment staat het onderwijs dus eigenlijk centraal. Hoe gaat het met de cursussen?

Nou, dat is wel grappig. We zijn dus eigenlijk in deze vorm nog niet zo lang bezig en niet alle cursussen konden doorgaan, maar het zijn juist de toch eigenlijk meer algemene cursussen die snel vol liepen. Vooraf aan het NVP wintercongres organiseren wij voor beginnende promovendi een workshop Positive Journal Interactions, bedoeld om promovendi beter in staat te stellen hun werk te publiceren. En voor verder gevorderde promovendi is er de workshop Writing a Grant Proposal. Kijkend naar wat er zoals beschikbaar is heb ik de indruk dat wij deze cursussen tegen scherpe prijzen aanbieden. Dat is 200 euro per EC (1 European Credit = 28 uur werk) plus de eventuele bijkomende kosten voor bijvoorbeeld lunch of diner. Het verschil is natuurlijk wel dat voorheen de facturering allemaal intern werd geregeld. Nu moeten de cursisten er zelf voor zorgen dat ze het cursusgeld kunnen declareren bij hun afdeling. Er hebben zich wel een stuk of 35 promovendi ingeschreven voor bovenstaande cursussen en dan zie je toch ook maar dat de behoefte voor deze cursussen er wel degelijk is.

Voorheen werden de cursussen van EPOS verzorgd door de leden van EPOS. Aan dit lidmaatschap werden strenge eisen gesteld, zoals een minimaal aantal publicaties, etc. Zijn er nog leden of hoe waarborgen jullie de kwaliteit van de docenten?

Tja, voorheen waren er natuurlijk veel meer financiële middelen. Wij zijn echt weer vanaf nul begonnen. Voor dergelijke kwaliteitseisen werden voorheen alle publicaties en prestaties geregistreerd door het secretariaat van EPOS. Wij doen in de huidige opzet alles met minimale secretariële ondersteuning. De voormalige leden zijn nu slapend lid. Dat wil zeggen, er is een mailing lijst en geïnteresseerden kunnen we toevoegen. Voor de docenten geldt dat wanneer ze onderwijs taken verrichten bij Graduate Schools ze dat ook bij ons mogen. Wat de administratie betreft, dat wordt nu min of meer opgevangen door het secretariaat van Psychologie hier in Rotterdam. Ik laat ze uren schrijven en dan is het de bedoeling dat we dat later gaan verrekenen.

De positieve respons op de cursussen is wellicht ook omdat de Graduate Schools hun cursusaanbod nog verder moeten ontwikkelen. Maar behalve het onderwijs zouden de Graduate Schools ook een andere rol van EPOS moeten overnemen, namelijk het bewaken van de voortgang van het promotietraject. Ik heb Maurits van der Molen een aantal keer rendementcijfers van EPOS promovendi zien presenteren die, waarschijnlijk ook door de jaarlijkse evaluaties, goed boven het landelijke gemiddelde lagen. Hoe is dat nu? Bijvoorbeeld in Rotterdam?

De differentiatie van taken tussen de Graduate Schools en de interuniversitaire AIO onderwijsnetwerken is wel eens aangegeven. De lokale Graduate School zou in die opzet de nieuwe instantie zijn die de voortgang van het promotietraject bewaakt. Eigenlijk is de situatie van de Graduate Schools nog steeds heel onduidelijk. Ik heb ook niet het idee dat de Erasmus Graduate School of Humanities, Social & Behavioural Sciences hier al dergelijke procedures voor heeft ontwikkeld vergelijkbaar met hoe het vroeger ging bij EPOS.

Je kunt de toekomst van EPOS niet los zien van de ontwikkelingen bij de Graduate Schools maar gaandeweg krijg ik nu de indruk dat het opstarten daarvan niet zo soepel is verlopen. Hoe zou dat komen?

Dat komt vooral omdat de ideeën die van bovenaf worden doorgevoerd niet altijd stroken met de ideeën van het wetenschappelijk personeel bij de afdelingen. Dat levert een spanningsveld op. In Rotterdam heeft het College van Bestuur het besluit genomen tot oprichting van de Graduate School. Zij hebben daarvoor budget vrij gemaakt, een bestuur aangesteld en medewerkers in dienst genomen. Als echter tegelijkertijd de mogelijkheden voor onderzoekers beperkt worden en de samenwerking met andere universiteiten wordt opgezegd, dan levert dat tegenkrachten op. Hoe het verder gaat is puur koffiedik kijken. Er zijn nu steeds meer geluiden van onderzoeksscholen die gewoon doorgaan. De Nederlands-Vlaamse onderzoekschool 'Experimentele Psychopathologie' (EPP) in Maastricht, waarvan de KNAW erkenning dit jaar is afgelopen, gaat een her-erkenning aanvragen. Daarnaast is er het Kurt Lewin Institute. Ook dat is een interuniversitaire onderzoekschool die promovendi opleidt. In september is het bekend geworden dat zij een beurs hebben gekregen van NWO van 8 ton om promovendi in dienst te nemen. Inmiddels gaat ook het Interuniversitair Centrum voor Onderwijswetenschappen op voor een her-erkenning. Blijkbaar willen de Colleges van Bestuur toch ook nog investeren in interuniversitaire onderzoeksscholen. Dat alles maakt dat de mogelijkheden voor aanvullende financiering voor EPOS ook nog niet volledig uitgeput zijn. Voor nu zullen wij blijven trachten aantrekkelijk en relevant onderwijs aan AIOs aan te bieden in een interuniversitair AIO-onderwijs netwerk, maar we zullen alert blijven en kijken hoe we op verdere ontwikkelingen kunnen inspelen. In ieder geval: het begin is er!

[BTH]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten