maandag 23 juli 2012

'Vreemde' proefpersonen, deel 2


 
In de laatste Psychonoom beten we het spits af in deze rubriek. Wij verzamelen hier jullie rare, irritante of hilarische ervaringen met proefpersonen die zich niet volgens het verwachtingspatroon gedragen. De leuke reacties die we ontvingen inspireerden ons hier enkele items over te maken, met iedere Psychonoom enkele andere categorieën proefpersonen. Zo heb je de brakke of luie proefpersoon, de vreemde proefpersoon, de domme proefpersoon, of de eigenwijze proefpersoon. Ook hebben we al meerdere verhalen ontvangen over proefleiders die zelf gênante fouten maken, Ditmaal zetten we "de-proefpersoon-die-beter-nog-wat-extra-informatie-had-kunnen-geven" en "de achterdochtige proefpersoon" in het zonnetje. Lees, huiver en laat u inspireren om uw eigen ervaringen direct met ons te delen (mail vandeberg@fsw.eur.nl of blog http://psychonoom.blogspot.com/) .
 
Een voormalige master student testte een proefpersoon in het EEG lab. Er klopte duidelijk iets niet, want ze kreeg maar geen EEG signaal van de proefpersoon. Wat bleek later: de proefpersoon droeg een pruik!
(Katinka Dijkstra, EUR)

Welke vragen stel je aan een proefpersoon die zich heeft aangemeld voor een eye-trackingonderzoek? Eens kijken. "Heeft u goed zicht van dichtbij?" "Draagt u een bril of lenzen?" "Zou u zonder donkere make-up rond de ogen naar het onderzoek willen komen? Dat is belangrijk om uw oogbewegingen goed te kunnen registreren, want door donkere make-up kan de apparatuur in de war gestuurd worden."
Na die informatie over het registreren van oogbewegingen zou je verwachten dat potentiële proefpersonen het uit zichzelf zouden zeggen als er verder iets is dat die registratie kan belemmeren. Bijvoorbeeld dat ze maar één bewegend oog hebben. Het overkwam een onderzoeker aan de Erasmus Universiteit. De calibratie op basis van één oog lukte niet en de proefpersoon kon terug naar huis. Wellicht is het goed, voor wie dat nog niet doet, om voor alle zekerheid vooraf expliciet te vragen of er nog andere dingen zijn die het registreren van de bewegingen van beide ogen zouden kunnen belemmeren.
(Drs. X)

At one point I used a test that required the participant to distinguish between red and green
stimuli and react by pressing similarly coloured buttons. One of the participants came in, looking fairly dazed to begin with. Even though one might assume that the participant is under the influence of whatever (illegal) substance, it is rather impolite to introduce yourself and ask whether you are dealing with a junkie. Therefore, simply ignore your suspicion and proceed by having the participant read the obligatory information brochure and have him sign an informed consent form. The participant then settles in and starts performing the task. In this case, the participant had quite some issues with understanding the fairly straightforward task. This, of course, can happen and it is the responsibility of the test leader to make sure the participant understands what he is expected to do. The ensuing discussion progressed as follows.
"So, whenever I see [N] I have to press the letter N on the keyboard?"
"No," I answered, "because you only need the red and green buttons on the keyboard."
"Aha, I think I understand," said the participant, "Whenever I see a red stimulus, I do not
press a button, and if I see a green one, I do."
"No," I explained, "you always press a button as soon as you see a stimulus, which is a coloured block."
"Oh, yes, of course. So whenever I see a red or a green stimulus, I press the button."
"The button?" I asked in growing amazement.
"Yeah, the spacebar, right?"
Although I now thought of quoting Basil Fawlty by saying, 'Try to understand this before one of us dies', I actually replied, "No, look, it's very simple: whenever you see a red button—oh blast—now I've lost it too. Okay. Okay, let's do this. Whenever you see a red block on the screen, you press the red button. If you see a green block, you press the green button."
"You mean no matter where they are on the screen?"
"Exactly!" I yelled, slightly harder than intended. "Are you absolutely certain you
understand?"
"Oh, yes, sure, it's easy enough."
"Right," I sighed and walked off, mumbling under my breath, "Fucking easy."
Halfway during the task, I checked to see whether everything was okay. During these moments, in order to avoid an embarrassing silence, the researcher should make attempts at small conversation. An obvious question in this regard is: "Everything okay?"
"Well, yeah. Sort of," answered the participant.
This, I can assure you, is not the answer you were hoping to hear.
"Ah," I therefore stammered, "Why not, exactly?"
"I'm colour blind," answered the participant with a deadly finality.
"C… Colour blind?"
"Yes."
"So… What—pray, tell—colours can't you see?" Of course, I was hoping the inevitable answer would not be, 'red and green'.
The participant looked at me, the screen, and me again. "Red and green."
"Oh, how… interesting. So how is the task working out for you then?"
"Well, I can do it. It just takes me a little longer to check whether a colour is actually red or green."
Now, at this point, it should again be pointed out that there is only one type of viable response, which is similar to the one described under A.: nod, smile, and say, "Of course."
(Stephen Brown, UL)

A while ago I conducted a study about hormonal influences on social behaviour. I was recruiting male students around the University, asking them to participate. One student seemed interested, but when I told him about the nose-spray containing a hormone solution, he became nervous. However, I persisted and he signed up. Within the hour, I received an email that said: "I just signed up, but I do not think I can participate after all. I play football at a high level, and my contract states that I cannot take performance-enhancing drugs. I am afraid the hormone solution will not be allowed." It was the most original excuse I ever heard!
(Jolien van Breen, UvA)


Tijdens een experiment moesten proefpersonen met dartpijltjes gooien. Toen mijn proefpersoon klaar stond en ik iets invoerde op de computer, merkte hij op: Ik weet dat je nu het magnetische veld van het dartboard aan het manipuleren bent zodat ik of altijd mis, of altijd raak gooi.
(Shaul Shalvi, UvA)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten