De modebewuste proefpersoon
In een experiment naar de invloed van lichaamshouding op cognitie kwam ik een gekke proefpersoon tegen. Het was bij dit experiment belangrijk dat mensen rechtop bleven staan. Dit luisterde nogal nauw, omdat de apparatuur die gebruikt werd (het Wii Balance Board) erg gevoelig was voor beweging. Bij het analyseren van de data bleek één proefpersoon een nogal afwijkend patroon te laten zien. Toen ik naar de observaties van deze persoon tijdens de testafname ging kijken, bleek het te gaan om een man (!) die tijdens het experiment een handtasje droeg.
Anita Eerland, EUR
Het rekentalent
De instructie was als volgt:Elke Euro die jij in de ander investeert wordt drie keer zoveel waard.
Als jij dus 2 Euro investeert, worden dit er 6 voor de ander.
Hier volgt een oefenvraag:
Als jij 5 euro investeert, hoeveel ontvangt de ander dan?
Er zijn studenten die hier niet uitkomen en moesten stoppen met het experiment...Au!
Mariska Kret, UvA
De verslaafde proefpersoon
De raarste proefpersoon die ik ooit ben tegengekomen was een jongen die op een zonnige vrijdag middag graag wilde meedoen aan een experiment. Het was al laat en ik wilde naar huis, maar besloot dat ik iemand die zijn vrijdagmiddag aan de wetenschap wilde besteden niet kon weigeren. Toen de jongen (eindelijk) klaar was, zijn geld ontvangen had, en weer naar huis was, ging ik hokje afsluiten waarin hij gewerkt had. Eerst merk ik de vreemde, penetrante geur, en dan zie ik het liggen…het bureau ligt vol met as, en een sigarettenpeuk.
Tim de Wilde, UvA
De jonge proefpersoon
Tijdens het uitvoeren van een onderzoek op de basisschool gebeuren er diverse onverwachte dingen die je niet vooraf kunt bedenken tijdens het opzetten van de methode. Zo moesten de kinderen in één van mijn onderzoeken woorden van het beeldscherm uitspreken in een microfoon. Sommige leerlingen vonden dit reuze interessant en probeerden extra hard te praten zodat ‘die meneer die in de computer zat’ het goed zou horen en zo het volgende woord kon laten zien. Helaas hielp ook schreeuwen niet. Ook waren er wat kinderen bij die blijkbaar geen ontbijt hadden gehad, zij aten namelijk de microfoon op. Je kunt je wel voorstellen dat de proefleider hier juist minder hongerig van werd…
Nicole Goossens, EUR
The weird participant
The author of this text has a wide-ranging experience with peculiar participants and will gladlyshare his observations with you. It is important to remember that you are not necessarily the norm as far as ‘being normal’ is concerned. In fact, most likely, you are not. However, some of the people you will meet are even stranger than you are.
I once tested a participant who wore a particularly long purple scarf, which must have been two metres long at least. This, however, is merely a matter of taste in fashion and cannot reasonably be used against someone. However, this participant executed a task which required quite an extensive amount of concentration and to this end, the participant was allowed a break between each fifteen-minute trial block. At some point, the researcher heard rather weird noises coming from the room in which the participant was performing the computerized task. Slightly worried, he walked into this room and found the aforementioned participant walking in a rather awkward manner. “Um,” asked the researcher eloquently, “did you… hurt yourself?” “No,” answered the participant, as she took rather large steps and kept extending her arms in front and behind of her, as if landing punches on nonexistent enemies.
“Ah,” I answered, as I evaded an arm that nearly hit me full in the face. “So, why are you doing this?” “It relaxes my arms, after all that concentration.” Now, one might ask how to deal with an inexplicably weird situation like this. The answer is simple: nod, smile, and say, “Of course.” This will demonstrate your understanding and will avoid further discussion.
Stephen Brown, UL
The sleepy participant
I was once testing in a nice lab which consisted of two adjoining rooms. The most optimal setup in such a location is to put a computer in one of the rooms and to sit down in the other. That way, the participant thinks he is not being observed (because he does not know that mirrors are not what they seem in labs) and communication between participant and test leader is fairly straightforward: a raised voice is all that is required.One participant came in and explained that he was very tired. Under such circumstances, do not—I repeat: do not—ask why this is the case, because before you realize what’s happening, the participant will be telling you about cousin Jebediah (twice removed on his mother’s side) who lives in Texas and has a ranch with nine million cows and is addicted to whiskey and has now developed some terrible disease for which there is no cure yet, et cetera. A good response in such a scenario is: “I see. Well, we will take that into account when analyzing the data.” This avoids elaboration on a host of intricate family stories.
The participant settled in nicely and started performing the computerized test. Of course, I was there in the adjoining room and naturally I had told him that he could call should anything be amiss. Apparently, this is not enough. When he re-entered my part of the laboratory, he explained that he had nearly fallen asleep during the experiment. Although I had told him that each of the four trial blocks lasted fifteen minutes and he could take a break between them because nothing would happen until he pressed enter, the participant explained that he had to get up and turn on the lights a bit further, to create more illumination – which, apparently, correlated with staying awake for him. Naturally, he had been unable to respond during about sixteen trials due to his enlightening mission.
At this point, it is recommended that the student put down any objects he is holding, so as not to be tempted into throwing them at the participant’s head. Instead, the student should consider this the ultimate moment to learn how to appreciate the ‘missing data’-algorithms of various statistical packages.
Stephen Brown, UL
Dringende oproep: we hebben na de vreemde proefleider rubriek geen verhalen meer in onze collectie. We weten dat iedereen veel van dit soort verhalen heeft over proefpersonen of proefleiders. Tevens willen we het bestaande scala aan anekdotes uitbreiden met de rubriek vreemde dingen die studenten schrijven, naar aanleiding van onze eerste editie van deze rubriek. Dit kan gaan om stukjes tekst uit bijvoorbeeld een scriptie of een email. Een voorbeeld van nieuw redactielid Lisanne Huis in ’t Veld komt uit een scriptie: “Angst en woede in hondengezichten bleken geen goede voorspellers voor het herkennen van rechtopstaande schoenen”. Pardon?
Kortom, om deze hilarische rubriek in stand te houden vragen we u dringend om direct uw verhalen in te zenden, dan worden ze (indien gewenst anoniem) geplaatst in een volgende Psychonoom!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten